DAG 132: Ma 13 Maart ’17 Margaret River - Bunbury
Door: Raymond
Blijf op de hoogte en volg Raymond
13 Maart 2017 | Australië, Bunbury
Het is vanmorgen helaas nog niet opgeklaard en het regent. Geen reden om extra vroeg te vertrekken, dus ik start de ochtend op mijn gemakje op. Tegen 9.30am check ik uit en rij ik eerst richting de kust, zodat ik het 2de deel van de Tourist Drive kan gaan rijden. De zon, de wolken en de regen wisselen elkaar voortdurend af. Aan de ene kant niet leuk dat het regent en aan de andere kant toch een bijzondere ervaring. Het is immers herfst geworden en om te zien hoe snel en hoe vaak de kleur lucht en het type weer zich hier op een dag afwisselt is wonderbaarlijk. Eigenlijk mag ik niet eens mopperen, want aan de oostkust is het weer nog vele malen natter en slechter.
Ik rij vanmorgen als eerst richting het dorp Yallingup. Op weg daarnaartoe kom ik niet alleen ontzettend veel wijngaarden tegen, maar ook enkele olijfboomgaarden. Ik weet inmiddels dat er alleen in de omgeving van Albany al 65 wijngaarden zijn, maar ik vermoed dat het er in de omgeving van Margaret River nog vele malen meer zijn. Als je een echte liefhebber van wijnen en olijven bent, dan kan je hier heel wat rondleidingen en proeverijen doen. Ellen, jou kennende zou je je hier helemaal in je element voelen, dus zet Albany en Margaret River ook op je bucketlist :-).
Vier kilometer voor Yallingup ga ik eerst bij de Canal Rocks kijken waar ze een houten brug over de rotsen heen hebben gebouwd. Het is een perfecte plek om allerlei dieren te spotten, maar ook om te zwemmen en te snorkelen, want hier is een erg mooie ‘Coral Coast’. Helaas regent het te hard om er lang te blijven, dus even foto’s maken en snel de auto weer in. Vanuit de verte zie ik het dorp al in de heuvels liggen met daarvoor een kilometerslang wit en prachtig strand. Ondanks het slechte weer zijn er toch zwemmers te zien en ik kan ze geen ongelijk geven. Nat word je toch, het is niet koud en de temperatuur van het zeewater is 22 graden. Uiteraard staan ook hier weer de meest prachtige huizen, waar ik er best een van uit wil zoeken ha haha.
Vanuit Yallingup gaat de kust met een flauwe bocht weer naar het noorden en helaas rij ik nu de indrukwekkende ‘groene oase’ van de aaneengeschakelde natuurparken weer uit. Dit deel van Australië is absoluut een aanrader en veel en veel te mooi om zomaar aan je voorbij te laten gaan. In die zin vind ik het toch vreemd dat mijn reisbureau vanuit een automatisme meteen met de route Perth - Broome op de proppen kwam. Mijn ‘travelspecialist’ heeft geen woord gerept over het gebied ten zuiden van Perth en ook niet over de belachelijk hoge kosten van de ‘one-way fee’ die ze aan je doorberekenen als je in Broome een voertuig achterlaat.
Als ik via het reisbureau een auto of camper had geboekt om naar Broome te rijden, dan was ik bijna 1000 euro duurder uit geweest als dat ik nu ben. Dat geeft mij het idee dat zij niet goed op de hoogte zijn van wat er ten zuiden van Perth allemaal te zien is en hoe het eventueel ook anders en beter kan. Waarom zou je in twee dagen 1369 km over een kale en saaie vlakte gaan rijden, terwijl er in het zuiden zoveel moois te zien en te beleven is? Als je alsnog per se Broome wilt zien kan je qua kosten beter een retourticket boeken bij een vliegmaatschappij dan een auto of camper huren. Kortom, boek vooral niet alles via het reisbureau!
Ik rij van Yallingup naar Busselton om daarna door te rijden naar mijn eindbestemming van vandaag, de stad Bunbury. Wat ik erg jammer vind, is dat ze richting Busselton de kust grotendeels dicht gebouwd hebben met huizen uit vooral het duurdere segment. Zij hebben nu uiteraard een prachtig uitzicht op de Indian Ocean, maar het maakt de route richting Busselton niet aantrekkelijk om te rijden. Daarnaast heb ik medelijden met de mensen die aan de rechterkant van deze weg wonen, want door al die nieuwe huizen zijn zij hun mooie uitzicht kwijt. Dat zal destijds geen pretje voor ze zijn geweest toen deze plannen bekend werden gemaakt. Daarnaast zal het zeker merkbaar zijn in de verkoopprijzen van hun huizen die nu dus uitkijken op de garages en de achterkant van de dure villa’s in plaats van op de Indian Ocean.
Volgens de reisgids is Busselton een van de meest favoriete plekken van de regio waar mensen hun vakantie vieren. De meest bekende bezienswaardigheid is de ‘Busselton Jetty’, een 1,8 kilometer timber piled jetty (golfbreker of pier) die de zee in gaat. Je kan zowel lopend als met een treintje naar het eind van die pier. Acht meter onder water, aan het eind van die pier, bevindt zich een onderwater observatorium. Daar kan je veel van de 300 verschillende soorten zeedieren zien die in de zee rondzwemmen, en dat is toch allemaal fantastisch. Maar helaas, als ik bij de ‘Busselton Jetty’ kom ligt alles overhoop en zijn ze volop met allerlei verbouwingen bezig. Dat is dus meteen een van de nadelen van het laagseizoen, dan moet er gewerkt worden voor het volgende hoogseizoen en heb je zoals ik vandaag ‘vette pech’. Toch wel even een baalmomentje, want ik had het graag willen zien.
Dan maar door naar Bunbury, dat is de derde grootste stad van WA en die stad staat vooral bekend om zijn vele watersporten en de Koombana Bay. Daar komen de bottlenose dolfijnen vaak zwemmen en spelen, maar dat is mede te danken aan het ‘Dolphin Discovery Center’. Zij zijn ooit begonnen om de dolfijnen vis te geven en sindsdien komen ze natuurlijk steeds terug. Alhoewel ze natuurlijk nooit de garantie geven dat je de dolfijnen daadwerkelijk ziet, want het is niet altijd vanzelfsprekend dat ze iedere dag vanuit de zee richting de baai komen. Ik ga er even kijken, maar het Discovery Center is niet echt groot. De reviews op Tripadvisor zijn ook niet echt wervelend op de ontmoeting met de dolfijnen na. Ik ga even aan het strand van de Koombana Bay kijken, maar daar is niets en niemand te zien met dit slechte weer.
Ik rij naar mijn grappige huisje op het Holiday Park. Ik wil in Australië minimaal één keer een nacht op een camping doorbrengen om te zien hoe dat is. Daarnaast vind ik het huisje er zo grappig uitzien dat ik daar best een nachtje in wil slapen. De camping is niet echt indrukwekkend om te zien. Het is kaal, rommelig, er is weinig groen en er staan nauwelijks bomen. Ik weet natuurlijk niet hoe het op andere campings in Australië is, maar hier zijn de bad- en toiletfaciliteiten zeker niet zo modern als op de campings in Nieuw-Zeeland. Wat dat betreft ben ik blij dat ik in dat huisje mijn eigen badkamertje heb :-). Het huisje zelf is prima, er hangt een nieuwe airconditioning en ik kan er zelfs nog zelf koken. Dus eenmaal gesetteld rij ik de stad in naar de supermarkt voor mijn avondeten :-).
Maar eerst ga ik de stad verkennen. Van de vriendelijke receptioniste heb ik een stadsplattegrond gekregen en zij adviseert mij om via de weg direct langs de kust de stad in te rijden. Ik kan alleen maar jaloers zijn op al die mensen die aan zo fantastisch mooi wit en kilometerslang strand wonen. Als je thuiskomt van je werk pak je je surfplank of je kite, je steekt de weg over om het strand op te lopen en je kan afkoelen en ontspannen. Dat is wat ik op het moment dat ik hier sta namelijk zie gebeuren. De ene na de andere surfer of kitesurfer komt het strand op gewandeld en gaat de zee in.
Als ik daarna verder rij kom ik aan een zwart-wit geblokte vuurtoren voorbij, dat ziet er leuk uit :-). Nog iets verderop is zelfs een uitkijktoren en de foto’s vanaf die toren zeggen genoeg. Kijk mee en geniet van het uitzicht, tot morgen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley